Familie naam - De Franckjes

Zoeken
Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Familie naam

Historie

Bron: Familieboek Franck-Frank, ‘n Achterhoeks geslacht, 333 jaar familiegeschiedenis van 1670 tot heden, door A.W.A. Bruins e.a. Zevenaar 2004



Geslachtsnaam Franck – Frank


Familienaam

De familienaam Franck-Frank, die op verschillende wijze wordt geschreven, kwam al heel vroeg in de geschiedschrijving van de Achterhoek voor. Zo werd o.a., op 21 maart 1358, in een akte van collatie van de kerk van Nijbroek de naam van kapelaan Joannes Franck en in 1381 het Vrankenhuis bij Eibergen genoemd. Voorts kom je in kerkenboeken van Groenlo, Eibergen en Beltrum verschillende schrijfwijzen tegen zoals: Franc, Franck, Francke, Francken, Frank, Franke, Franken, Vranc, Vrancke, Vrancken, Vrank, Vranke en Vranken.

De inlijving van het Koninkrijk Holland in 1810 bij het Franse Keizerrijk bracht vele veranderingen met zich mee. Zo werden nieuwe wetten en voorschriften ook in ons land van kracht. Bij decreet van 18 november 1811 bepaalde keizer Napoleon, dat alle inwoners van het departement Holland die nog geen vaste familienaam hadden er binnen 1 jaar een moesten laten registreren. Het ging in feite om een maatregel om de bevolkingsadministratie te vergemakkelijken en te verbeteren. Veel mensen namen deze Franse maatregel niet serieus en verzonnen spotnamen, waar zijzelf en hun omgeving hartelijk om konden lachen, niet beseffende dat daarmee hun nakomelingen blijvend met die naam werden opgezadeld.

De in Nederland voorkomende familienamen zijn vastgelegd bij de invoering van de burgerlijke stand. Niet alleen voor 1811 was de spelling van namen vaak erg willekeurig. In de eerste jaren na de invoering van de burgerlijke stand was men nog niet al te nauwkeurig wat de familienamen betrof. Zo kwam het zelfs in Borculo tussen 1840 en 1844 nog voor dat de familienaam in 1 gezin in de aktes op twee manieren werd gespeld, nl. Frank en Franck.


Oorsprong familienaam


Zeer waarschijnlijk stamt de naam af van de volksstam der Franken.

Deze volksstam heeft onder keizer Karel de Grote zeer veel gedaan voor de ontwikkeling van de landbouw. De kolonisatie van het gebied Oostelijk Gelderland begon in 796 na Christus, toen hertog Wittekind definitief verslagen werd bij de slag van Bocholt. Deze kolonisatie gebeurde naar een voorbeeld van de Romeinen door het stichten van hoven: Frankische hoven in het veroverde land, eigendom van de keizer. Een Frank kwam aan het hoofd van een dergelijk hof. Deze hoven bestonden uit een hoofdgebouw voor de hofmeier en bijgebouwen voor het dienstvolk. Er was een grote oppervlakte grond omheen. Dat land werd bewerkt door de slaven, de lijfeigenen. De omwonende boeren werden horig, d.w.z. ze bleven gebonden aan hoeve en land en mochten het niet verlaten. Bovendien werden ze cijnsplichtig. Er moesten goederen geleverd worden aan het hof. Keizer Karel schonk dergelijke hoven aan kerken en kloosters, zodat ook de geestelijkheid voorzien werd van de landbouw. De hoven waren bestuurscentra, tevens militaire en administratieve steunpunten van het rijk van keizer Karel. Karel de Grote wijdde bijzondere zorg aan de landbouw. Allerlei verbeteringen voerde hij in. De wijnbouw, bijenteelt, boomgaarden, veeteelt en akkerbouw hadden zijn bijzondere zorg. Er kwamen speciale voorschriften en regels voor het beheer en gebruik der uitgebreide koninklijke landgoederen en hoeven, en voorschriften betreffende ontginning, grondgebruik, rechten en plichten van de boer. Tarwe, spelt (soort grove tarwe), gerst, rogge, vlas, hennep en allerlei hofvruchten werden verbouwd. Als landbouwhuisdieren werden runderen, varkens, schapen, geiten, eenden en ganzen gehouden.

Zo is in de loop der eeuwen uit de wildernis van de prehistorie een bewoonbaar landschap ontstaan, waar mensen zich blijvend vestigden en waar wetten werden gesteld voor het ontstaan van een geordende maatschappij.


Ga eens naar de historie van de Franckjes !

 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu